Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna [1]ging het tweede lot uit voor Simeon, voor den stam der kinderen van Simeon, naar hun huisgezinnen; en [2]hun erfdeel was in het midden van het erfdeel der kinderen van Juda. 1. Ging uit; te weten, uit het vat, waar men al de loten in geworpen had en uittrok. 2. Zie Gen.49:7, waar Jakob voorzegt dat Simeon en Levi, om den moord, dien zij te Sichem hadden begaan, verstrooid zouden worden in Israel. De Levieten zijn het gehele land door verspreid geworden, en de Simeonieten zijn in Juda verdeeld geweest. vs.2. 3. Dit woordje en houdt men hier zoveel te zijn als of, dat is. Want Seba en Beer-Seba is, naar het gevoelen van velen, een en dezelfde stad; daarom wordt het 1 Kron.4:28, waar deze geschiedenis weder verhaald wordt, uitgelaten en onder vs.6 worden maar dertien steden genoemd.